Bietencysteaaltjes
Bietencysteaaltjes zijn onder te verdelen in het witte (H. schachtii) en het gele (H. betae) bietencysteaaltje.
Bietencysteaaltjes vermeerderen naast bieten op waardplanten als spinazie, koolzaad, en vlinderbloemigen. Nadat de larven uitkomen, dringen ze de wortels van een waardplant binnen om zich te voeden.
Hierdoor ontstaat achterblijvende groei die kan leiden tot plantuitval. Er kan ook sprake zijn van valplekken, zichtbaar door hangend blad.
Het witte bietencysteaaltje wordt actief bij temperaturen boven 8°C, het gele bietencysteaaltje boven 15°C. De volgroeide vrouwtjes breken uiteindelijk door het worteloppervlak, te zien als witte cysten. Bij het gele bietencysteaaltjes verkleuren deze cysten vervolgens van geel naar bruin en bij het witte bietencysteaaltje van wit naar bruin. Er kunnen drie tot vier generaties per jaar tot ontwikkeling komen.
Informatie over het bietencysteaaltje
- Plantwegval en in later stadium valplekken met "slapende bieten"
- Sterk achterblijvende groei
- Vorming van veel zijwortels met zichtbare cysten
- Opbrengstderving
- Bedrijfshygiëne
- Grondmonsteronderzoek met soortbepaling
- Ruimere vruchtwisseling met inzet van partieel resistent bietenras
- Inzet van resistente kruisbloemige groenbemesters (bladrammenas, gele mosterd)