Wortelknobbelaaltjes
Vanuit landbouwkundig oogpunt zijn er de volgende vier wortelknobbelaaltjes- soorten problematisch: Het maiswortelknobbelaaltje (M. chitwoodi), het bedrieglijk wortelknobbelaaltje (M. fallax), het noordelijk wortelknobbelaaltje (M. hapla) en het graswortelknobbelaaltje (M. naasi).
Wortelknobbelaaltjes dringen de wortels binnen en richten aanzienlijke schade aan. De aangemaakte voedingscellen leiden tot knobbels op de wortels. Dit leidt tot opbrengst- en kwaliteitsschade. Vooral de juiste bodemtemperatuur is bepalend voor het optreden van schade door wortelknobbelaaltjes.
In de eiproppen zijn de eitjes relatief onbeschermd. Bij afwezigheid van een waardplant is de natuurlijke sterfte van wortelknobbelaaltjes dan ook groot. De aaltjes vermeerderen zich bij veel waardplanten, met
3 tot 4 generaties per jaar. Dat maakt het verruimen van het bouwplan als beheersmaatregel erg lastig.
Informatie over het wortelknobbelaaltje
- In veel gevallen bovengronds geen schade te zien.
- Ondergronds aan de wortels te zien aan de vorming van knobbels
- Bij Chitwoodi en Fallax vaak onopvallende langgerekte knobbels
- Bij mengpopulaties vaak niet te onderscheiden daarvoor is analyse nodig
- Opbrengst, maar voornamelijk kwaliteitsderving
- Bedrijfshygiene
- Grondmonsteronderzoek met soortbepaling
- Neem niet of slechte waardplanten op in de vruchtwisseling
- Inzet van multiresistente groenbemesters (o.a. Cordoba, Valencia en Granada)