stengelaaltje2

Stengelaaltjes

(Ditylenchus dipsaci)

 

Stengelaaltjes zijn schadelijk voor een grote reeks van land- en tuinbouwgewassen: uien, bloembollen, peen, maïs, aardappelen, vlinderbloemigen en suikerbieten. Stengelaaltjes dringen het plantweefsel binnen en tasten de celwanden aan, leidend tot groeimisvormingen. Opvallend is de kromme groei van stelen en stengels. Bij bloembollen ontstaan scheuren in de bolbodem. De bladeren van uien zijn klein, de bollen gebarsten. 

Stengelaaltjes kunnen jarenlang overleven zonder waardplant. Door samen te klitten voorkomen ze uitdroging. Ze hebben een korte levenscyclus met wel 5-7 generaties per jaar en met 500 eitjes. Stengelaaltjes veroorzaken veel schade tot aan het einde van de teelt. Zelfs in bewaring, van bijvoorbeeld uien, gaat de vermeerdering door en treedt extra schade op. Bij aantasting door stengelaaltjes is het advies om de producten niet op te slaan en bij zware aantasting niet te rooien.

Informatie over het stengelaaltje

Ziektebeeld
  • Misvormde groei en plantwegval
  • Begint vaak met een kleine plek die gedurende het seizoen steeds groter word.
  • Achterblijven in groei en gevoelig voor rot
  • Bij peen en bieten vaak pas aan het einde van seizoen zichtbaar door rotte koppen
Voorkomen van schade
  • Bedrijfshygiëne & grondmonsteronderzoek
  • Ruime vruchtwisseling
  • Voorkom storten van zeefgrond van besmette percelen
  • Stengelaaltjes kunnen meekomen met zowel zaad als plantgoed, gebruik materiaal dat gegarandeerd vrij is van aaltjes
  • Let op waardplantstatus van groenbemesters
Bestrijding via groenbemesters

Vandinter Semo heeft een overtuigende visie op de inzet van groenbemesters als bodemverbeteraar én als bestrijder van aaltjes. Daarom lanceert Vandinter Semo het "Active" kwaliteitskeurmerk voor een geselecteerd aantal top rassen binnen zijn aanbod van groenbemesters. 

Downloads & links