Bladrammenas beïnvloedt het bodemleven een jaar lang!
Uit recent PPS onderzoek van de WUR Wageningen in samenwerking met o.a. Vandinter Semo blijkt dat specifiek bodemleven (schimmels en bacteriën) door groenbemesters kan worden gestimuleerd maar ook kan worden onderdrukt. Het onderzoek is een tijdrovende klus geweest maar de resultaten zijn uniek en nog niet eerder op deze manier uitgevoerd.
Er zijn een aantal conclusies te trekken uit dit onderzoek:
Bladrammenas heeft een sterk effect op de samenstelling van het bodemleven in de rhizosphere (bodemleven rondom de wortels) wat zelfs na de erop volgende hoofdteelt aardappelen in de bodem was te meten. Gewassen als facelia en rietzwenk hebben een gemiddeld en minder lang effect op het bodemleven, Japanse haver een mild effect.
Groenbemesters bepalen door middel van stimuleren en onderdrukken hun eigen unieke bodemleven-footprint in de rhizosphere. Bladrammenas vertoonde de meest sterke en afwijkende footprint. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of groenbemesters het bodemleven zo kunnen beïnvloeden dat bodemgebonden schimmel- en bacterieziekten kunnen worden voorkomen.
In de bodem zijn veel antagonisten aanwezig van oa aaltjes, schimmels en bacteriën. Groenbemesters beïnvloeden dit complex van antagonisten, de mate waarin wordt wel bepaald door de omstandigheden. Een vruchtbare bodem kan bijvoorbeeld voldoende en snel voeding leveren waardoor antagonisten hun natuurlijke vijanden niet onderdrukken.
Uit een uitgebreide praktijkproef op drie locaties blijkt dat complexe mengsels (5 en 8 soorten) geen duidelijk aanvullend effect hebben op het activeren van bodemleven in vergelijking met solo groenbemesters. Het meeste effect door groenbemesters is gemeten bij de groep van de bodemschimmels. De locatie en historie van de grond zijn het meest bepalend voor de samenstelling van het bodemleven.
Uitgebreide video’s over de resultaten van PPS groenbemesters zullen in september beschikbaar zijn.