gele mosterd1

Gele mosterd

(Sinapis alba)

Gele mosterd behoort, evenals bladrammenas, tot de kruisbloemigen.

Onder gunstige groeiomstandigheden kan het gewas in korte tijd veel organische stof produceren. Gele mosterd vormt dan een lang (1 tot 2 meter) en massaal gewas met een beperkte stevigheid. Meestal is een voorbewerking nodig (klepelen, maaien) om het gewas goed te kunnen onderploegen.

Het gewas heeft een stevige penwortel die zich niet verdikt. Zonder verdichtingen in de bodem kan gele mosterd de grond in zes weken tijd tot zo’n 70 cm doorwortelen. Gele mosterd is  vorstgevoelig, bij een flinke nachtvorst vriezen de waterige stengels en bladeren al kapot. Het stelt niet veel eisen aan de grondsoort en kan op de meeste grondsoorten geteeld worden

De gele mosterd rassen van Vandinter Semo zijn resistent tegen bietencysteaaltjes en kunnen goed tegen late zaai. Voor optimale bestrijding van bietencysteaaltjes is het aan te raden om de plant wat vroeger in te zaaien Er is ook veredeld op laatheid van bloei zodat  bij herfst zaai weinig kans is op zaadvorming.

Gele mosterd is sterk vatbaar voor knolvoet. Daarom is de groenbemester minder geschikt voor een bouwplan met koolsoorten. Gele mosterd is verder geschikt als N-vanggewas en neemt stikstof gemakkelijk op. 

Teeltadvies
Zaaitijd:
:
Begin augustus t/m begin oktober
Zaaizaadhoeveelheid:
:
20 - 25 kg per hectare
Zaaidiepte:
:
1 tot 2 cm
Bemesting:
:
30-50 kg N per hectare
Rassen
Geschikt voor bouwplan met:
Aardappelen
Suikerbieten
Tarwe
Uien
Wortelen
Kool
Schorseneer
Spinazie
Bloembollen